Leesrooster Heilig Avondmaal

Leesrooster voor het Heilig Avondmaal

De periode van het kerkelijk jaar waar we nu in leven heet Epifanie. Dat is Grieks voor verschijning. We lezen dan bij voorkeur in de evangeliën om te ontdekken hoe Jezus in zijn openbare optreden laat zien wie Hij voor ons wil zijn. Want telkens weer lezen we: ‘Wie is Hij toch dat Hij…’ En Johannes zei over Jezus: ‘Midden onder u staat Hij die gij niet kent’ (Johannes 1:26) Aan de hand van 7 Ik ben- uitspraken in het evangelie naar Johannes overwegen we wie Jezus voor ons wil zijn.

Maandag – Ik ben het brood dat leven geeft

Jezus zei: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; Hij geeft u het ware brood uit de hemel. Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ ‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.

Johannes 6:32-35

Met elk van de Ik ben-uitspraken geeft Jezus invulling aan de naam van de HEER die zichzelf aan Mozes bekendmaakte met de naam ‘Ik ben die Ik ben’. Die naam klinkt nog erg mysterieus. Door Jezus, zijn Zoon, leren we Wie God voor ons wil zijn. In Jezus krijgt God voor ons een gezicht.

Brood staat voor een eerste levensbehoefte. Jezus zegt dus dat we niet zonder Hem kunnen. Hij is het brood uit de hemel, gééstelijk brood. Hij beweert dus dat Hij onze diepste verlangens kan vervullen. Waar verlangt u en jij vooral naar? Zou het ontvangen van het avondmaalsbrood dat verlangen tot rust kunnen brengen?!

Dinsdag – Ik ben het licht voor de wereld

Na het voorval waarin de geestelijke leiders een vrouw op overspel hebben betrapt zegt Jezus: Wie zonder zonde is mag de eerste steen gooien. En ze dropen een voor een af. En dan staat er:

Jezus vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’ Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’

Johannes 8:10-12

Jezus veroordeelt die vrouw niet, maar zonde noemt Hij wel zonde. En dáárna zegt Hij: Ik ben het licht voor de wereld. Licht ontmaskert en verdrijft zonde. Uiteindelijk doet licht een mens altijd goed. Denk maar aan hoe je je voelt op een regenachtige of een zonnige dag. In het licht hoef je ook niet bang te zijn voor onaangename verrassingen.

Jezus zegt niet dat Hij graag licht voor de wereld wil zijn, Hij ís het. Maar dan moet je wel in het licht komen. Aan het Avondmaal kun je ervaren wat een leven in het licht is. Je wordt vrij van wat je krampachtig verborgen hield. Je ziet weer waar het naar toe moet met je leven. Zelfs dat waar je zwaar aan tilt wordt lichter.

Woensdag – Ik ben de deur voor de schapen

Jezus ging verder: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: Ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór Mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnen komt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden.

Johannes 10:7-9

Bij de deur moet je een schaapskooi voor je zien. Dat was niet meer dan een stenen muurtje, een omheining met maar één opening. De herder ging wijdbeens boven de opening staan en telde zijn schapen bij binnenkomst. Daarna ging hij in de deuropening liggen, zodat geen roofdier bij zijn schapen kon komen. Zo wil Jezus ons in veiligheid

brengen, en dan niet alleen ons lichamelijk leven, maar vooral geestelijk. Hij wil ons behoud. Er is geen behoud dan via Hem die de deur is.
Ziet u, zie jij de gevaren die je bedreigen? Probeer ze te benoemen. Ontvlucht ze door achter Jezus te schuilen.

Donderdag – Ik ben de Goede Herder

Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.

Johannes 10:11

Deze Ik ben-uitspraak ligt in het verlengde van de vorige. Een herder is iemand die er zijn levenstaak van heeft gemaakt om in alles het beste te zoeken voor zijn kudde. Hij zoekt de beste weidegronden op. Hij heeft extra zorg voor wie ziek of zwak zijn, én hij zal desnoods zijn leven geven voor zijn kudde. Jezus heeft dat allemaal voor ons gedaan. Toen Hij in de hof van Getsémané gevangen genomen werd, zei Hij: ‘Als jullie Mij zoeken, laat deze mensen (zijn leerlingen) dan gaan.’ (Johannes 18:8) Zo ruilt Hij met ons: het mag Hem zijn leven kosten, als wij maar het echte leven krijgen. Waarom zou je de Goede Herder en zijn kudde ontlopen? Aanstaande zondag kun je proeven hoe ver zijn liefde voor jou is gegaan.

Vrijdag – Ik ben de opstanding en het leven

Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’ ‘Ja Heer,’ zei ze, ‘ik geloof dat U de Messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen.’

Johannes 11:25-27

Voordat Jezus Lazarus opwekt uit de dood vraagt Hij naar het geloof van Martha. Hij noemt zichzelf de opstanding en het leven. Hij zal ons leven geven, zelfs nadat we gestorven zijn. Onze grootste vijand heeft Hij verslagen: Veel mensen leven alsof dit leven alles is. Dan móet je er ook alles uithalen wat erin zit, en dan ben je ook uit het veld geslagen als je

ongeneeslijk ziek wordt. Maar als je weet dat je nog een eeuwigheid voor je hebt, sta je anders in het leven. Avondmaal vieren betekent dat je Jezus erkent als de opstanding en het leven. Je krijgt deel aan zijn opstandingsleven. Dat haalt alle krampachtigheid en gejaagdheid uit het leven, en je krijgt er rust en vertrouwen voor terug.

Zaterdag – Ik ben de weg, de waarheid en het leven.

Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met Me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben. Jullie kennen de weg naar waar Ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar U naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.

Johannes 14:3-6

Jezus is als weg-bereider, als kwartiermaker voor ons uit gegaan naar zijn hemelse Vader. Als het moment gekomen is dat we dit leven moeten verlaten is er een plek, een woning voor ons klaar gemaakt. En hoe beangstigend het afscheid van dit leven ook kan zijn, Jezus is die weg al vóór ons gegaan. Hij is de Weg tot de Vader.
Opvallend bij elk van de Ik ben-uitspraken is het gebruik van een bepaald lidwoord (de en het) en geen onbepaald lidwoord (een). Jezus zegt dat Hij de Weg is en niet een weg. Hij is de Waarheid en niet een waarheid, en Hij is het leven. Hiermee benadrukt Jezus zijn exclusieve positie. Er is geen ander van wie je hetzelfde kunt zeggen. Er is geen andere weg tot de Vader dan door Hem. Waarom zou je het ergens anders in zoeken? Jezus daagt je uit om het alleen van Hem te verwachten. Ziet Hij je morgen aan zijn tafel?

Zondag – Ik ben de ware wijnstok

De Avondmaalsdienst zal gaan over de zevende Ik ben-uitspraak: ‘Ik ben de ware wijnstok.’ Johannes 15:1-8

Reacties zijn welkom: predikant@ichthuskerktholen.nl

 

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.