Leesrooster Heilig Avondmaal

Leesrooster voor het Heilig Avondmaal

Psalm 23 is één van de meest bekende en meest geliefde Psalmen. David benoemt heel uiteenlopende ervaringen en gevoelens: tevredenheid, vertrouwen en onverdiende goedheid, maar ook angst, en vijandschap. In al die emoties vindt hij houvast in de innige band met de HEER als zijn herder. Aan het Heilig Avondmaal mogen we ook komen met alles wat ons bezighoudt om te ervaren dat de band met de Heer telkens weer hersteld kan worden en blijvend is, ondanks alles. Daarom is het overwegen van deze Psalm een goede voorbereiding op het Avondmaal.

 

 

Maandag

 

‘De HEER is mijn ​herder, het ontbreekt mij aan niets.’

Psalm 23:1

 

Deze openingszin is meteen al een belijdenis die blaakt van zekerheid.

Je kunt er zelfs iets van trots in horen: Weet je wie mijn herder is? De HEER! Als je zelf die zekerheid niet hebt, kan het je jaloers maken of zelfs irriteren. Wie kan immers zo zeker en tevreden in het leven staan? Er blijft toch altijd nog wat, soms heel wat, te wensen over.

Maar als we goed lezen, zijn het twee beweringen: ‘De Heer is mijn herder’en: ‘Het ontbreekt mij aan niets.’En die twee hebben alles met elkaar te maken. Je zou moeten lezen: Met de Heer als mijn herder ontbreekt het mij aan niets. Dat dat echt zo is gaat David in de volgende verzen laten zien. De Heer voorziet in alle mogelijke situaties in zijn behoeften. Dat uitgerekend een herder (David) zichzelf vergelijkt met een schaap… Ja, wie in het dagelijks leven meestal moet klaarstaan voor anderen, wie moet ‘herderen’, mag aan het Avondmaal schaap zijn, Gods genade ontvangen.

 

 

 

Dinsdag

 

‘Hij laat mij rusten in groene weiden

en voert mij naar vredig water.’                                   Psalm 23:2

 

Een goede herder is voortdurend bezig om zijn kudde te leiden naar plekken waar genoeg te eten is en waar zijn schapen veilig zijn. Voedsel en veiligheid zijn eerste levensbehoeften voor iedereen, voor mensen net zo goed als voor dieren. Als je de HEER je herder laat zijn, zal het je daar niet aan ontbreken. Telkens weer hoor je iets, of maak je iets mee waar je wat aan hebt, waar je op kunt teren.

Het is vooral de vraag of je je laat leiden naar die plekken waar geestelijk voedsel is, en waar je veilig bent voor diegene die jou als schaap probeert af te zonderen van de herder. Jezus wil ons leiden naar plekken waar je tot rust kunt komen en nieuwe kracht kunt opdoen. Hij heeft van zichzelf gezegd: ‘Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij Mij komt zal nooit meer honger hebben.’Daarom wil Hij ons deze week leiden naar de Avondmaalstafel waar je je zonden en het moeizame gepieker daarover achter je mag laten. Rust en vrede! Wie verlangt daar niet naar?

 

 

Woensdag

 

‘Hij geeft mij nieuwe kracht –

en leidt mij langs veilige paden tot ​eer​ van zijn naam.’

Psalm 23:3

 

Nieuwe kracht… Kennen we niet allemaal de ervaring dat een goede maaltijd en een nacht goed slapen, of soms alleen even een dutje nieuwe kracht geeft? Dat is goed voor je lichaam, maar ook voor je geest. Als de HEER je herder is, zal het je ook daaraan niet ontbreken. Want de herder heeft wel geduld als we even niet verder kunnen, maar zodra er nieuwe krachten zijn, moet je wel weer verder: bij de kudde blijven en je verantwoordelijkheid nemen.

‘Tot eer van zijn naam’: doel van de goede zorg is niet in de eerste plaats dat je als mens tot je recht komt (dat ook!), maar de eer van de herder is ermee gemoeid. Een kudde die floreert, is tot eer van de herder. En verdient een herder die zelfs zijn leven overheeft voor zijn kudde niet alle eer?!

Donderdag

 

‘Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar,

want U bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed.’

Psalm 23:4

 

David die zo stellig kon zeggen dat het hem aan niets ontbreekt, heeft het hier toch maar over een donker dal en over gevaar. Hij heeft veel donkere dalen gekend in zijn leven. Blijkbaar zal de Heer je niet alle moeilijke dingen besparen. Ook wie leeft met de Heer als zijn of haar herder kan ziekte, ongeluk, wroeging, rouw, angst en depressie tegenkomen, of het gevoel hebben door iedereen verlaten te zijn. Toch kan David in die diepte zeggen: ‘U bent bij mij’. Als je de regels voor en na deze uitspraak telt, ontdek je dat deze woorden precies in het midden, in het hart van deze Psalm staan. Het is de belofte waarmee de Here God de hele geschiedenis door mensen gerust stelt: ‘Wees niet bang. Ik ben met je.’Het is de betekenis van de naam Immanuël. In Jezus Christus is God-met-ons. Hij is met mij ‘in mijn mooiste droom evengoed als in mijn zwartste nacht’ (Opwekking 569).

Na dat diepe dal verandert er iets in de Psalm. In vers 1-3 spreekt David

óver God in de Hij-vorm, vanaf vers 4 spreekt hij de Heer aan met U.

Is dat misschien om te zeggen dat we God pas echt persoonlijk leren kennen in de diepten van ons leven? Zijn stok en zijn staf geven moed omdat Híj het opneemt tegen onze vijanden!

 

 

Vrijdag

 

‘U nodigt mij aan ​tafel voor het oog van de vijand,

U ​zalft​ mijn hoofd met olie, mijn ​beker​ vloeit over.’       Psalm 23:5

 

In dit vers laat David de beeldspraak van een herder en zijn schaap los, omdat hij steeds meer bezig is met de directe relatie tussen hem en de Heer. Ook dit vers getuigt van speciale zorg. Het lijkt of David een VIP-behandeling krijgt. Een speciaal gereserveerde plaats aan tafel, terwijl zijn vijanden toe moeten kijken. Aan de tafel van de Heer is er gerechtigheid voor wie altijd tegengewerkt wordt, voor wie moet lijden. Gods goedheid is zelfs overvloedig. Hij geeft ons meer dan genoeg. ‘Mijn beker vloeit over.’

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.